Een heupkop in normaal anatomisch formaat

Onze eigen natuurlijke heup bestaat uit een kop en een kom die onder normale omstandigheden perfect op elkaar passen. Het bot van de heupkop en de bekkenkom of schaal zijn allebei bedekt met een mooie gladda laag van kraakbeen en in het meest ideale geval zijn ze allebei perfect rond. De afbeelding probeert dit te tonen.
Ledhuvud

Het kraakbeen van beide lagen is poreus en kan daardoor gewrichtsvloeistof (synovialvloeistof) opnemen, dit gebeurt bij afname van de belasting op het gewricht. Omgekeerd wordt deze vloeistof bij belasting weer afgegeven. Deze sponswerking en de vertraging die ermee gepaard gaat om de vloeistof vrij te geven zorgt voor een buffer effect met een dempende werking. De zeer goed smerende gewrichtsvloeistof heeft ook nog eens unieke viscositeitseigenschappen die het kraakbeen beschermen tegen frictie en slijtage.

Wat geldt voor hoe wij als mensen verschillen in vorm en grootte geldt ook voor onze heupgewrichten die zowel in vorm als grootte verschillen van persoon tot persoon. De maten van de heup staan dus ook in verhouding tot de grootte van het hele skelet. Maar heeft u weleens nagedacht over wat er precies gebeurt als er door artrose of een andere problemen een heupprothese nodig is en hoe dit wordt opgelost? Is het u nooit opgevallen dat de maat van de heupkop die de orthopeed denkt te gebruiken anders is dan de maat van uw oude natuurlijke heup?

Als u dit nooit heeft gevraagd aan uw orthopeed is het hoog tijd om dat nu te doen,  vooral als u een kunstheup nodig heeft! Het is schrikbarend dat geen enkele Nederlandse of Scandinavische orthopeed het vreemd vindt om een heupkop te gebruiken die soms zelfs de helft is van wat wij zelf in de heup hebben. Het belang van het behouden van dezelfde maat heupkop beschrijf ik hieronder.

ledhuvud-storlek
(A): Huvudets benägenhet att hoppa ur led minskar vid ökad diameter

De neiging tot het uit de kom schieten (luxeren):

Beeld (A) verduidelijkt het punt van een kleinere heupkop en de daarbij toenemende neiging tot luxatie (uit de kom schieten).
Wij zijn geboren met heupkoppen, of liever gezegd ontwikkelen onze heupkoppen zich onder de eerste levensjaren tot een maat die helemaal is afgestemd op onze lichamen en unieke anatomische verhoudingen. Bent u een kleiner persoon dan ontwikkeld er zich ook een heup die zich in verhouding staat tot uw kleinere afmetingen. Bent u groot of forser dan zullen de heupen ook zwaarder en groter zijn in diameter. Metingen onder de bevolking in verschillende werelddelen geven duidelijke verschillen aan maar het blijft altijd een anatomisch correkte relatie tussen de diameter van de heupkop en overige skelet. Vanuit technisch oogpunt is het bovenstaande allemaal heel logisch en toch trekken orthopeden zich hier geen fluit van aan en gaan lijnrecht in tegen de logiek. Bij een conventionele heupprothese worden patiënten altijd een te kleine kop gegeven.

Verhoogde belasting, frictie en slijtage bij een kleine heupkop:

belastning
(B): Kroppsvikten koncentrar belastningen vid ett 22mm ledhuvud på en farlig lite yta, det har konsekvenser!

Het volgende beeld (B) probeert in grote lijnen aan te geven wat het gevolg is van een half zo grote heupkop in plaats van de normale grootte. Er is een exakte formule maar in ieder geval wordt bij gelijkblijvend lichaamsgewicht (wat natuurlijk altijd het geval is) de druk per mm2 op de kleinere 22mm kogel 4x zo hoog als op de 44mm kogel. Toegepast op een konventionele heupprothese betekent dit dat zowel de frictie als de slijtage hierdoor aanzienlijk toenenemen. De plastic insert die bij een heupkom alltijd standaard wordt gebruikt heeft dus geen schijn van kans door deze overbelasting en slijt veel sneller dan een heupkop en kom met normale grootte zo hebben gedaan. In de heupprothese registers van de diverse landen is te zien dat orthopeden dit nog steeds niet snappen en hun arme patiënten dus een prothese geven met een ondermaatse heupkop en kom die snel slijt en meerdere keren moet worden vervangen. Dit had heel goed kunnen worden voorkomen door een heupkop en kom te gebruiken van precies dezelfde maat als de patient zelf heeft in zijn  of haar natuurlijke heupkop, logisch toch? De voorbeelden van deze foutieve handelwijze kennen we allemaal wel van personen in onze familie of kennissenkring met een heupprothese. Veel van deze mensen hebben grote belemmeringen gekregen omdat het resulaat na elke operatie nog slechter is geworden dan voorheen en ook toen was het al niet perfect! Een heupprothese met deze resulaten wordt dan ook als iets negatiefs gezien terwijl als een hip resurfacing was gebruikt de patient defintief van al zijn of haar problemen zou zijn verlost en zonder nieuwe operaties in de toekomst!

Heupprotheseregisters in Scandinavië tonen hoe serieus het probleem is:

Het Noorse heupprotheseregister laat zien hoe serieus de situatie eigenlijk is in Europa. Van de in 2015 in Noorwegen uitgevoerde heupoperaties waren er nog steeds 66 patiënten (66 stakkers!!) die een absurd kleine heupkop van 22mm hadden gekregen. Wat? Ja! een kopje dat net zo klein is als de breedte van uw duim. Een normaal denkend mens begrijpt toch wel dat een kopje van maar 22mm niet groot genoeg is om het hele lichaamsgewicht op te kunnen dragen? Nu begrijpt u ook meteen waarom konventionele prothesen dus zo snel slijten en alweer moeten worden vervangen na 10-15 år!
Het was niet zo veel beter voor de 1869 patiënten in het bovenstaande voorbeeld die zich tevreden moesten stellen met een heupkop van maar 28mm. 6697 Noorse patiënten werden ook misleid om te geloven dat 32mm een goede maat zou zijn! Er was duidelijk ook geen interesse van Noorse kant om de patienten in te lichten dat hun eigen natuurlijke heupkop (en vaak onterrecht werd afgezaagd) gemiddeld 46mm was (bij vrouwen) en zelfs 52mm bij mannen. De situatie in Zweden en Nederland is ook net zo slecht, zie het voorbeeld van 2014 in Zweden:

Ledhuvud-sverigeMeetingen gedaan onder de wereldbevolking in een tiental internationale studies tonen dat de gemiddelde maar voor een heupkop ligt tussen 45 en 54mm bij volwassen personen. De kleinste maat van 38mm en de grootste van 60mm komt soms ook voor men NOOIT 32, 28, 24 of 22mm!! Er is geen enkele studie die de behoefte aangeeft voor zo’n absurd kleine heupkop, daarentegen tonen studies de grote voordelen aan van de normale en anatomisch correcte maten!

Zie: Comparative measurement of diameter of femoral head in population of western uttar paradesh  en:

Alle onderzoeken bevestigen de conclusie dat een grotere (lees “normale maat”) heupkop een betere “head-neck ratio” heeft en daarmee meer stabiliteit geeft, meer natuurlijk aanvoelt voor de patiënten, de slijtage verlaagd, de kans op”luxatie” (uit de kom schieten) verminderd en de levensduur van de prothese verlengd. Om die reden is het ook logisch dat de gebruikte prothese deze richtlijn volgt en de heup hiermee wordt hersteld tot zijn oude of normala anatomische verhoudingen. Det är därför väl logiskt att man skulle försöka att återskapa höften till det original måttet så mycket man kan. Het volgende artikel toont de betekenis van de maat aan:

Zie: Effect of Femoral Head Size on Contact Pressure and Wear in Total Hip Arthroplasty

De normale anatomie wordt het dichts benaderd met hip resurfacing:

Al het voorgaande geeft dus aan dat een prothese precies dezelfde maat heupkop zou moeten krijgen als de eigen natuurlijke heup had. Deze dwingende regel wordt alleen gehaald bij het gebruik van hip resurfacing. Zie de bijgaande foto van een persoon die een exemplaar van beide types heeft: BHR-THR

De holle kop (“head” of “cap” in het engels) van de huidige hip resurfacingprothesen wordt gefabriceerd in maten van 38mm tot 58mm in 2 mm stappen. Dit houdt in dat iedereen in principe een maat kan krijgen die binnen 1 mm naukeurig overeenstemt met de eigen natuurlijke maat. Bijvoorbeeld iemand met een eigen kop van 53mm kan een hip resurfacing krijgen van 52 of 54mm. Vooraf met behulp van röntgenfoto’s wordt met chablonen of computerprogramma’s al een eerste berekening gemaakt waaruit de meest gunstige maat en positionering komt. Daarna is aan de orthopeed of liever gezegd “hip resurfacing specialist” om dit intra-operatief te verifiëren of eventueel een klein beetje aan te passen.

Na het bekijken van de tabel op de foto hiernaast kan het de lezer niet ontgaan dat hip resurfacing prosthesen in maten wroden gefabriceerd van 30 to 58mm en logisch want dit zijn ook de maten die in mensen worden aangetroffen. Met hip resurfacing kunnen mensen al sinds 1996 eindelijk een heup kop krijgen die anatomisch juist is en tevens voorkomt dat de dijbeenhals zou moeten worden afgezaagd!